Glossar

siliconen

Siliconen (enkelvoud: de siliconen) is een naam voor een groep synthetische polymeren waarin siliciumatomen via zuurstofatomen aan elkaar zijn gekoppeld tot moleculaire ketens en/of in een netwerk. De resterende vrije valentie-elektronen van het silicium zijn verzadigd met koolwaterstofresten (meestal methylgroepen). De term werd aan het begin van de 20e eeuw geïntroduceerd door de Engelse chemicus Frederick Stanley Kipping (1863-1949). In de wetenschappelijke literatuur worden in plaats van siliconen vaak de termen poly(organo)siloxanen, of kortweg siloxanen, gebruikt. De laatste bestaat uit de lettergrepen "sil" voor silicium, "ox" voor zuurstof en "an" voor de verzadigde structuur van de verbinding.

Door hun typisch anorganische structuur enerzijds en hun organische resten anderzijds, nemen siliconen een tussenpositie in tussen anorganische en organische verbindingen, in het bijzonder tussen silicaten en organische polymeren. Ze zijn qua structuur vergelijkbaar met organisch gemodificeerd kwarts, hebben een vergelijkbare duurzaamheid, maar hebben de flexibiliteit van kunststoffen. Omdat siliconen in zekere zin hybriden zijn, hebben ze een unieke reeks eigenschappen die geen ander plastic kan evenaren.

Siliconen zijn meestal rubberachtig en bijzonder hittebestendig. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt in kitten, lijmen en smeermiddelen. Siliconen worden ook in verschillende vormen gebruikt in de medische sector, in kookgerei en in thermische en elektrische isolatie. Dergelijke vormen omvatten bijvoorbeeld siliconenolie, siliconenvet, siliconenrubber en siliconenhars.

Siliconen is niet te verwarren met de siliconencomponent silicium. De gelijkaardige spelling in het Engels leidt vaak tot foutieve vertalingen. Evenzo heeft Silicon Valley in Californië niets te maken met silicium, maar verwijst het naar het silicium dat wordt gebruikt bij de vervaardiging van elektronische computercomponenten.

Verzoek om aanvraag / brochure