Een verborgen kampioen uit de buurt

De Kempense coater Rhenotherm biedt gepatenteerde kwaliteit
Rhenotherm zorgt ervoor dat er snoepjes gemaakt kunnen worden, dat gebakjes knapperig worden en niet blijven plakken, dat er water wordt bespaard in vliegtuigen, dat windturbines draaien en dat elektrische auto’s kunnen rijden en worden opgeladen.

“Rhenotherm produceert geen componenten, maar coat ze als contractcoater zodanig dat hun gebruikswaarde vele malen toeneemt. Wij zorgen ervoor dat het gebruik van intelligente coatings, bijvoorbeeld gemaakt van Teflon®, een economisch gunstig effect heeft op gehele productieprocessen en deze soms zelfs mogelijk maakt”, legt algemeen directeur René Wilden uit.

Het Rhenotherm-DNA ontstond toen de GmbH in 1977 in Krefeld werd opgericht als gespecialiseerd bedrijf voor fluorkunststofcoatings. 25 jaar later verhuisde het bedrijf naar het bedrijventerrein aan de watertoren in de Kempen. “Aanvankelijk lag de focus op coatingsystemen die overeenkomen met de legendarische Teflon®-pan”, meldt bedrijfsoprichter Dr.-Ing. Volkmar Eigenbrod, die het management deelt met Ingo Guhl, René Wilden en Burkhard Dauenheimer.

“In de kern is het succes van Rhenotherm gebaseerd op een tamelijk toevallig antwoordresultaat van een scheikundige in een Amerikaans laboratorium in 1938. De scheikundige experimenteerde met fluorpolymeren en produceerde een wit, wasachtig wonderpoeder”, legt Dr.-Ing uit. Eigen brood. Het product zou later onder de naam Teflon de wereld rond zegevieren. Eigenbrod, destijds gediplomeerd ingenieur, was gefascineerd door het productgebied pancoatings. Zijn ondernemersinstinct werd gewekt. “Teflon heeft nog veel meer in petto. De methodologie is op veel gebieden goud waard voor de industrie”, meldt de oprichter van Rhenotherm.

Vanuit de nugget “Teflon” heeft Rhenotherm, dat nu 80 medewerkers heeft, hoogwaardige coatings ontwikkeld voor veeleisende industriële toepassingen. De start-up van toen is uitgegroeid tot marktleider op het gebied van oppervlaktetechnologie. Dankzij een samenhangend bedrijfsconcept is het wereldwijd actieve bedrijf nu een verborgen kampioen. Sinds 1985 is het opgesplitst in twee bedrijven: Rhenotherm Kunststoffschichts GmbH voor grotere onderdelen zoals droogcilinders in de textielindustrie; evenals Rhenotherm Mini Parts GmbH voor kleinere onderdelen op het gebied van droge smering, bijvoorbeeld voor diverse rubberen componenten.

“Wij zijn actief op veel verschillende gebieden van de coatingtechnologie”, zegt directeur Ingo Guhl. Ten eerste is dit het klassieke antiaanbaksysteem afgeleid van de koekenpan; ten tweede droge smering om de glij-eigenschappen van componenten te verbeteren; ten derde corrosiebescherming, die vooral effectief is in de chemische industrie en bescherming biedt tegen zeer agressieve stoffen; en ten vierde plasmacoating. “Dit proces zorgt er bijvoorbeeld voor dat zelfklevende tapes niet aan het gecoate oppervlak kunnen blijven plakken”, legt Burkhard Dauenheimer uit.

Het hart van de voortdurende ontwikkeling die Rhenotherm drijft en de ontwikkeling van individuele oplossingen voor industriële klanten mogelijk maakt, is het onderzoekslaboratorium. “Dit is wat ons onderscheidt van onze concurrenten”, benadrukt René Wilden. Het Rhenotherm-laboratoriumteam onder leiding van Dipl.-Ing. Christina Hensch heeft tot nu toe zes patenten ontvangen. "Met de beschikbare analysemethoden kunnen we verfsystemen gericht aanpassen en de effecten ervan bepalen. Momenteel werken we onder meer aan PFAS-vrije coatings", zegt de chemisch ingenieur.

De diepgaande kennis van de voordelen van de PTFE-materiaalgroep, de ontwikkeling van innovatieve coatings en de ondernemende vooruitziende blik met een dynamisch gegroeid bedrijfsnetwerk hebben ervoor gezorgd dat Rhenotherm nu 47 jaar bestaat en met zijn diensten thuis is op alle continenten. De printplaatindustrie met grote spelers in de chipproductie vertrouwt op de kennis uit Kempen, net als de chemie-, benzine-, waterstof-, circulaire economie-, energie-, lifestyle- en automotive-sector.