dr Volkmar Eigenbrod schreef voor C2 de geschiedenis van zijn bedrijf, Rhenotherm KunststoffCoating GmbH, Kempen

Het is vaak toeval dat een heel verhaal in gang zet. In het geval van de geschiedenis van het bedrijf RHENOTHERM zijn er twee toevalligheden: aan de ene kant is er een toevallig resultaat in de VS uit 1938, gemaakt in het laboratorium van een DuPont-chemicus die experimenteert met fluorpolymeren. Hij wist niet dat zijn vreemde uitwerking spoedig een verhandelbaar Dupont-product zou worden onder de naam Teflon, dat over de hele wereld zou zegevieren. Een ander toeval is dat een jonge ingenieur uit Hessen sinds 1970 voor DuPont GmbH in Duitsland werkt – op de juiste plaats op het juiste moment, zoals hij zich later zal herinneren.

Afgestudeerd ingenieur Eigenbrod is betrokken bij het DuPont productgebied "pan coatings". In zijn dagelijkse werk beseft hij al snel dat je met Teflon veel meer "op de pan" hebt dan alleen een productvoordeel voor een eenvoudig huishoudelijk apparaat. Het enorme potentieel van dit materiaal kan op dit moment slechts globaal worden ingeschat, maar het wakkert nog steeds zijn ondernemersinstinct aan. Na acht jaar verlaat hij DuPont Duitsland en wel op 18.12 december. In 1977 werd RHENOTHERM Kunststoffcoatings GmbH ingeschreven in het handelsregister van Krefeld met het zakelijke doel van "contractcoatings"; Directeur: Dipl. Ing. Volkmar Eigenbrod.

Hoogwaardige coatings voor veeleisende industriële toepassingen

Aanvankelijk concentreren zijn inspanningen zich op het vinden van het gat in de markt met een handvol werknemers voor zijn start-up, waarin zijn verklaarde bedrijfsconcept past: ontwikkeling van hoogwaardige coatings voor veeleisende industriële toepassingen onder de merknaam RHENOTHERM. Met deze claim omvat het bedrijfsportfolio vanaf het begin de productiegebieden antiaanbaklaag, droge smering, corrosie- en slijtagebescherming. Op deze manier gepositioneerd, is het nu "slechts" een kwestie van toekomstige toepassingsgebieden herkennen, vinden en overwinnen. Volledig onvoorbereid stapt de "jonge ondernemer" niet over van zijn goedbetaalde baan naar persoonlijk risico: de jaren bij DuPont hebben hem niet alleen voorzien van uitgebreide "PTFE-knowhow", maar ook van "out of the box denken" en nuttige connecties om coaters over de hele wereld te contracteren. Al in 1982 was er ervaringsuitwisseling en technische samenwerking met de bedrijven Nippon Fusso in Japan en Smaltiriva in Italië. En al in 1985 leidde een kleinigheid verrassend genoeg tot de bedrijfsuitbreiding "RHENOTHERM MiniParts".

Een minuscuul computeronderdeel van de Amerikaanse kantoormachinefabrikant IBM is de aanleiding voor deze stap naar de nieuwe, zelfstandige bedrijfsdivisie. Voor de Europese productie van dit precisieonderdeel is het bedrijf op zoek naar een job coater. Het gaat om een ​​coating die zijn functionaliteit in het macrobereik verbetert zonder deze aan te tasten. Het onderzoeks- en ontwikkelingslaboratorium RHENOTHERM heeft deze taak onder de knie, die niet alleen zijn geboorteuur beleefde onder deze uitdaging, maar ook de aantrekkingskracht van uitputtende prestatieparameters voor het gebruik van fluoroplastische coatings duidelijk maakte in het bedrijf.

Rookgasreiniging in afvalverbrandingsinstallaties

De volgende kans deed zich in 1985 voor: RHENOTHERM werd onderdeel van een project van Stadtwerke Düsseldorf, gericht op het reinigen van rookgassen in afvalverbrandingsinstallaties. De gemeentelijke nutsbedrijven hebben hiervoor een proces ontwikkeld en laten patenteren. Het idee kan alleen technisch worden gerealiseerd met een door RHENOTHERM research ontwikkelde functionele coating. Het wordt aangebracht op bekledingspanelen binnenin de rookgastorens, die ervoor zorgen dat de gipsafzettingen die ontstaan ​​bij rookgasontzwaveling niet te zwaar worden en gemakkelijk loskomen.

Opgemerkt moet worden: na zijn proeftijd ontving het bedrijf RHENOTHERM ook een patent voor dit proces (het eerste), dat vervolgens zijn bijzondere geschiktheid voor gebruik in kolencentrales bewees. Het jaar 1986 wordt liefdevol herdacht met nog een bijzonderheid. En opnieuw speelt het RHENOTHERM-laboratorium een ​​beslissende rol: samen met de chemiegigant Hoechst wordt een corrosiecoating tegen zeer agressieve chemicaliën ontwikkeld: in het zogenaamde "sandwichproces" worden twee fluorpolymeren met elk een verschillend smeltpunt en vloeigedrag gecombineerd ander. Het resultaat na een uitgebreid proeftraject: een verdubbeling van de voorheen technisch mogelijke laagdikte van 600 µm naar maximaal 1,2 mm. De RHENOTHERM-coating is een noviteit voor de levensduur van een grote verscheidenheid aan componenten en units, zoals chemicaliëntanks of roerwerken. Hoechst en RHENOTHERM maken ze samen octrooieerbaar.

Waardevolle ervaring – en het derde patent

Het derde octrooi heeft betrekking op de verbeterde prestaties van de "Jumbo"-coatingsystemen: de toevoeging van bepaalde vulstoffen verhoogt hun weerstand tegen diffusie, wat de levensduur van een grote verscheidenheid aan componenten in de chemische industrie, zoals containers en roerwerken, aanzienlijk verlengt. Slechts een van de talloze voorbeelden van hoe het gebruik van intelligente coatings een economisch gunstig effect heeft op gehele productieprocessen, soms zelfs mogelijk maakt.

Voor RHENOTHERM is de stap van chemie naar klanten in de olie-industrie niet ver weg. En leidt meteen tot een groot project: de Duitse dochteronderneming van het Amerikaanse Cameron Iron Works uit Houston, Texas vertrouwt RHENOTHERM zeer speciale uitrustingsonderdelen met moeilijke oppervlakken toe. Naast corrosiebeschermingseisen behoren ook goede glij-eigenschappen en een zekere mate van slijtvastheid tot de eisenlijst voor de zware bedrijfsomstandigheden.

Onderdeel van Cameron Iron Works

In de jaren negentig veroverde de oppervlaktetechnologie in het algemeen en voor RHENOTHERM in het bijzonder nieuwe toepassingen. De vraag naar coatings van rotatiesymmetrische componenten zoals rollen en cilinders neemt toe. En ook bij RHENOTHERM geldt het principe 'leren door te doen'. Dat betekent dat het bedrijf eerst de juiste systeem- en applicatietechnologie voor een uniforme coating moet ontwikkelen en daarbij de eerste ervaringen moet opdoen met de antiaanbaklaag van droogcilinders voor de textielindustrie. De fluorpolymeren worden voortdurend verbeterd om indrukwekkende oppervlaktekwaliteiten te bereiken met Ra-waarden tot 1990 µm en worden toegepast op verwarmings- en koelrollen voor filmproductie. Tegelijkertijd hebben antiaanbaklagen uit de Rhenolease-familie zich bewezen op rollen voor het lamineren van verschillende materialen, zoals applicatorrollen voor lijmen.

Thermisch spuitproces

Halverwege de jaren negentig betrad RHENOTHERM nieuw terrein met thermische spuitprocessen in combinatie met fluorkunststoflagen. Dit leidde in 1990 tot het verkrijgen van een licentie van Plasma-Coatings USA, een bedrijf dat ook gespecialiseerd is in slijtvaste antiaanbaklagen. Het Amerikaanse proces combineert harde basislagen van metaal of keramiek met antiaanbaklagen op basis van fluorkunststof of siliconen tot uiterst slijtvaste functionele coatings. De harde basislagen worden door middel van verschillende thermische spuitprocessen in de vorm van draad of als poeder aangebracht en vormen zo harde, gestructureerde lagen. In tegenstelling tot de wijdverbreide veronderstelling dat oppervlakken zo glad mogelijk moeten zijn om verklevingen van welke aard dan ook te voorkomen, leert de ontwikkeling van Rhenolease-coatings iets nieuws: een bepaalde structuur om het contactoppervlak te verkleinen levert zeker een belangrijke bijdrage, bijvoorbeeld aan het loslaten gedrag van omkeerrollen plakband of etiketten. Bovendien kan het trekgedrag van cilinders of rollen aanzienlijk worden beïnvloed door de structuur van de coating. Een ander gebied van RHENORTHERM-onderzoek is de functionele coating van rollen die zijn voorzien van rubber met speciale elastomeren of siliconen. De verschillende coatings bereiken opmerkelijke ruwheidseigenschappen van Ra < 1997 µm.

In 1997 bracht een artikel van de professoren Barthlott en Neinhuis het management van RHENOTHERM in beweging. Beide wetenschappers beschrijven in hun publicatie "Zuiverheid van heilige lotus, of ontsnapping aan besmetting in biologische planta" [1] het natuurverschijnsel "afwijzing van gehechtheid aan lotusplanten". Dit initieert een samenwerking met professor Neinhuis met als doel dit natuurverschijnsel na te bootsen in oppervlaktetechnologie. Als onderdeel van deze samenwerking worden twee gepatenteerde RHENOTHERM-coatings gecreëerd, die het lotuseffect technisch implementeren. RHENOTHERM is dus in staat om coatings te produceren met een watercontacthoek van 160° en een afvloeiingshoek van < 3°. Rhenolease Lotuflon wordt gebruikt voor de condensatie en gerichte verwijdering van soldeerdampen.

Verhuizen naar Kampen

In het jaar 2000 bereikte de productiefaciliteit in Krefeld zijn ruimtelijke grenzen. De verhuizing naar Kempen aan de Nederrijn vindt plaats, en naar een bedrijventerrein dat de capaciteit van het bedrijf zal verdrievoudigen. Naast de absoluut noodzakelijke uitbreiding van de productieruimte is hier ook voldoende ruimte voor een royale uitbreiding van het eigen onderzoeks- en ontwikkelingslaboratorium, inclusief de modernste technische apparatuur. dat het complexe laboratorium de onvermijdelijke investering van kapitaal rechtvaardigt. Niet alleen intern bewijst het zijn waarde als onvervangbare kwaliteitstester en -verbeteraar, maar af en toe ook buiten de RHENOTHERM-muren. Bijvoorbeeld in de samenwerking met het Botanisch Instituut van de Universiteit van Dresden: sinds 2004 is RHENOTHERM - soms in een leidende rol - betrokken bij verschillende onderzoeksprojecten voor de toekomst van industriële coatings. De laboratoriummedewerkers borgen extern opgedane kennis en dragen deze over op productieniveau. Ze zijn momenteel ook betrokken bij het werk aan drie door de overheid gefinancierde projecten, waaronder een over het onderwerp "lasertechnologie" in coatingtechnologie.

Misschien was het wel de spannende uitstap naar de natuurwetenschappen die de directeur van RHENOTHERM ertoe bracht een heel eigen taak op zich te nemen: grotendeels onopgemerkt in het bedrijf werkte hij aan zijn proefschrift, waarvoor hij de Dipl-Ing. Volkmar Eigenbrod in 2010 met de titel Dr. Ing. In 2022 zal het Kempense bedrijf de twee zelfstandige divisies RHENOTHERM Kunststoffcoatings GmbH en RHENOTHERM Miniparts Gesellschaft für Kleinteile coatingen omvatten. Van de momenteel 80 medewerkers beheren vier directeuren hun toegewezen bedrijfsgebieden. Het verkoopvolume bedraagt ​​13 miljoen euro.

Het huidige assortiment van RHENOTHERM is zeer divers. Naast rollen voor foliefabrikanten coat het bedrijf rollen en cilinders voor de lijmindustrie, bijvoorbeeld voor de productie van etiketten of hygiëneartikelen. RHENOTHERM Nano-Coat 50, een slechts 50 nm dunne coating voor snijbladen van slitmachines of precisiewerkstukken, is een ander actueel voorbeeld van de voortdurende ontwikkeling van innovatieve producten en processen voor het optimaliseren van oppervlakken in de industrie.

Wat het bedrijf onderscheidt na 45 jaar bestaan, was ook de basis van zijn oprichting: een enorme nieuwsgierigheid naar nog onontgonnen toepassingsgebieden, gekoppeld aan de ambitie om ook in de toekomst de coatings te blijven vinden die RHENOTHERM voor bijna de helft tot een betrouwbare partner hebben gemaakt een eeuw make-industrie.